Week van de Verwachtingen

Ik beloof het je maar meteen: Ik ga nu niet schrijven over hoe vaak cliënten me deze week gevraagd hebben of ik de weersverwachting van de komende dagen weet. Want ja, het weer had ook het thema van deze blog kunnen zijn. Afgelopen maandag was de schoolvakantie in mijn regio begonnen en dus heb ik meerdere momenten gedacht aan die gezinnetjes, die meteen een tent op een camping in de buurt (voor het geval dat de kleding gewoon met de wasmachine thuis gewassen moet worden) hebben opgezet en nu tot hun besef komen dat hun tijdelijke verblijfplaats toch niet zoveel te bieden heeft als het regent. Jochem Myer twitterde dat hij met een stel kinderen de bossen in was getogen om daar eikels te zoeken en paddestoelen te bekijken…

Maar ik dwaal af van het thema waar ik eigenlijk over wilde schrijven: De verwachtingen die wij met zijn allen hebben van onze sporters. Over het Nederlands Voetbal Elftal heb ik het al in een vorige blog gehad. Ook die hebben de hooggespannen verwachting van het Nederlandse Volk alles behalve waargemaakt. Maar nu ook weer de Raboploeg in de Tour de France. De ene na de andere wielrenner stapt (of valt keihard) af. Ziek, moe of zwaar gehavend. En de teleurgestelde toeschouwer constateert op de televisie dat deze uitgevallen renners “te weinig teleurgesteld” leken. “Ik mis de woedeuitbarstingen en het echte balen” hoorde ik gisteravond Mark Tuitert zeggen op TV. Leuk. Zit je op je hotelkamertje met een kater, een illusie armer en een ervaring rijker je wonden te likken en dan krijg je dat commentaar nog over je heen. Als Raborenner kun je dan jezelf troosten door te stellen dat ook andere Nederlandse wielrenners buiten jouw ploeg zijn uitgestapt. Het einde van Nederland als Wielernatie nadat we een paar weken terug hebben moeten vaststellen dat we ook als Voetballand niet zoveel meer voorstellen.

Of is het misschien zo dat we er met zijn allen teveel van verwachten? Krikken wij als Nederlanders de lat voor onze topsporters niet te hoog op? En doen ze dat in andere landen ook zo erg? Ik weet dat eigenlijk niet. Ja, de Engelsen hadden natuurlijk alle hoop gevestigd op arme Andy Murray. De Schotse tennisser was uiteraard ineens de Britse lieveling tijdens Wimbledon, toen hij voor het eerst in zijn carriere de finale haalde. En na de door hem gewonnen eerste set stond het Centre Court helemaal op zijn kop. Toen hij alsnog zijn meerdere moest erkennen in Federer bedankte hij heftig geëmotioneerd het publiek omdat hij de supporters niet als extra druk had ervaren maar als flinke steun tijdens het hele toernooi. Een warm applaus klonk en ik geloof niet dat iemand had staan roepen dat Andy wat meer doorzettingsvermogen moest tonen.

Hoge verwachtingen worden niet alleen door de omgeving van topsporters gecreeerd. Voor een deel doen sporters dat zelf natuurlijk ook. Sporters of een hele ploeg. Rabo had voorafgaande aan de Tour behoorlijk hoog van de toren geblazen. De vraag is dan ook of de vernietigende kritische geluiden nu gericht zijn op de afgestapte renners of als reactie op het blaaskaken van hun sponsor. Het antwoord zal ongetwijfeld ergens in het midden liggen. Het ene versterkt het andere. Als je roept voor een gouden medaille te gaan dan kan het alleen maar tegenvallen als dat niet gebeurt. En als die prijs dan wel gepakt wordt dan “heb je slechts voldaan aan de verwachtingen”. We vinden de prijzen die niet voorspeld zijn toch altijd veel mooier?

Als een topsporter zélf, of het hele Nederlandse volk, in het openbaar de verwachting heel hoog stelt, dan wordt er ook onnodig veel druk gelegd op die sporter. Natuurlijk moet je als topsporter altijd doelen stellen, maar die moeten dan ten eerste realistisch en haalbaar zijn en ten tweede moeten die doelen voor en door hen zelf gesteld worden. Veel sporters bezwijken onder die druk. Het is net als een eindexamen: je weet dat je de stof beheerst maar puur door nervositeit heb je een blackout en weet je helemaal niets meer. Een sporter heeft alles goed gedaan tijdens de voorbereiding op die ene cruciale wedstrijd: fysiek in topvorm, alle conditiemetingen zijn geweldig, de wedstrijdjes en trainingen laten al weken zien dat het goed zat. Aansprekende resultaten in de voorbereiding geven niet alleen bij de sporter vertrouwen in een topprestatie maar uiteraard ook de buitenwacht. De interviews worden steeds positiever en de uitlatingen steeds bouter. De lat is gelegd op onzichtbare hoogte. Het effect ervan wordt pas bij het betreden van het stadion voelbaar. Nu moet het gebeuren. Iedereen verwacht een hoge klassering. Maar wat als het te snel gaat, wat als het te langzaam gaat, wat als het te warm is, wat als… Hoe hoger de verwachting, des te groter de twijfel.

Yvonne van Gennip schaatste zich in het pre-olympische jaar 1987 naar de derde plaats tijdens de Wereldkampioenschappen Allround. Een maand later brak ze het wereldrecord op de 3000 meter. Met hoge verwachtingen begon ze het Olympische jaar 1988 maar een ernstige voetblessure leek haar droom fataal te verstoren. Haar voorbereiding naar de OS was totaal naar de Filistijnen. Korter dan twee maanden voor de Spelen werd ze zelfs aan haar voet geopereerd. Met als gevolg dat ze zonder druk het ijs van Calgary betrad. Het verdere verloop van haar verhaal is bekend: Drie gouden medailles, twee wereldrecords!

Ellen van Langen had in “haar” pre-olympisch seizoen ook al enorme problemen. Door een hardnekkige achillespees blessure miste ze in 1991 de WK indoor en tijdens de Wereldkampioenschappen Outdoor in Tokyo werd ze in de series al uitgeschakeld. Iedereen heeft de beelden van haar wedstrijd en vooral haar legendarisch telefoontje met haar vriend (“Heb je het gezien?”) na het winnen van de 800 meter finale tijdens de OS 1992 in Barcelona nog op het netvlies.

Tot slot nog eentje uit eigen archief: Reuben Kosgei was een Keniaanse atleet uit de “stal” van Jos Hermens. In 1998 werd hij wereldkampioen bij de junioren op de 3000 meter steeplechase. In die tijd werkte ik als sportfysiotherapeut voor Hermens en kreeg een zwaar geblesseerde Kosgei in 1999 op mijn behandeltafel. Een ernstige achillespeesblessure met behoorlijke scheurtjes als gevolg van de spikes van een van zijn tegenstanders die na een sprong over de balk bij het neerkomen de hak van Reuben raakte. Een paar keer aanzetten om tijdens die wedstrijd nog aansluiting met de groep te vinden heeft voor verdere schade gezorgd. Met een maandenlange revalidatie in Nederland als gevolg. In 2000 won Reuben tijdens de Olympische Spelen van Sydney en hield favoriet Bernard Barmasai, trouwens ook een client van mij, van het podium.

Deze week kwam de bondscoach Dressuur op bezoek. De laatste resultaten van zijn team waren niet om over naar huis te schrijven. De Engelsen zijn topfavoriet in Londen nu wonderpaard Totillas in Duitsland blijft.

Stiekem hoop ik nu op een stunt in die eerste weken van augustus.